Er bestaat geen enkele twijfel meer over dat het wereldberoemde verhaal van Reynaert De Vos door een monnik van Boudelo is geschreven.
Van den Vos Reynaerde is een episch dierdicht dat geldt als een hoogtepunt in de Nederlandse middeleeuwse literatuur.
Het boek zou zijn geschreven in de 13e eeuw door een zekere Willem, over wie in de eerste regels gezegd wordt dat hij nog iets anders gemaakt heeft, namelijk Madocke. Madocke is een algemene term voor ridderverhalen. Willem van Boudelo, alias Willem Corthals.
Het Reynaertverhaal, korte inhoud
Op de hofdag komen alle dieren opdagen, behalve Reynaert de vos, want die heeft te veel misdaan. Vele dieren klagen over Reynaerts misdaden. De wolf Isegrim getuigt dat Reynaert de wolvin Hersinde heeft verkracht. Als Cantecleer de haan aankomt met de dode kip Coppe besluit de koning een bode te sturen (Bruun de beer) om de vos te dagvaarden. Reynaert lokt de beer in de val. Dit lukt doordat hij hem honing belooft, die in een boomstam zou zitten. De beer raakt in de eik vastgeklemd. Het hele dorp komt hem afrossen. Als Julocke, de vrouw van de pastoor, door het gedrang in het water sukkelt, slaagt Bruun erin zich los te rukken. Daarna wordt Tibeert de kater uitgezonden. Hij wordt door Reynaert naar de schuur van de pastoor gelokt, waar muizen zouden zitten. Tibeert raakt in een strop, maar ontsnapt nadat hij de pastoor deerlijk heeft toegetakeld. De derde bode wordt Grimbeert de das. Met hem gaat de vos mee. Onderweg biecht Reynaert zijn zonden op. Hij lijkt meer plezier dan berouw te hebben. Aan het hof wordt de vos veroordeeld. De beer, de wolf en de kater zullen de galg in orde brengen. Terwijl die drie weg zijn, spreekt de vos het koningspaar nog een 'laatste' keer toe. In zijn tweede biecht maakt Reynaert gewag van een staatsgreep die zou zijn beraamd om Bruun op de troon te helpen. Geld om deze operatie te bekostigen was er in overvloed dankzij een schat die Reynaerts vader gevonden had. Reynaert doet zich voor als trouwe onderdaan en vertelt dat hij door het stelen van de schat de staatsgreep heeft verhinderd. Hij wil de koning zelfs de vindplaats van de schat aanwijzen. Op dat moment vliegt de raaf Tiecelijn weg om de drie "vijanden" te verwittigen. Tibeert gelooft dat Reynaert zich zal vrijpraten en geeft zich gewonnen. Maar de wolf en de beer rennen terug naar het hof, waar ze als samenzweerders in de boeien worden geklonken. Reynaert vertrekt op pelgrimstocht naar Rome met een tas gesneden uit het vel van de beer en schoenen uit de huid van het wolvenpaar. Haas en ram vergezellen de vos tot aan Malpertuus. In het vossenhol wordt Cuwaert de haas vermoord en opgegeten. Zijn hoofd wordt in de tas van berenvel gestopt. De ram Belijn moet die aan de koning bezorgen en erbij vertellen dat hij "de brief" persoonlijk gedicteerd heeft. Als aap Botsaert, de hofklerk, de tas opent wordt het bedrog van de vos duidelijk. Firapeel de luipaard stelt voor om Bruun en Isegrim vrij te laten en hen voor eeuwig en altijd toe te laten de schapen te bejagen. Reynaert wordt vogelvrij verklaard. Dat is dan "sconinx vrede".